• ConstruBadge
  • Voordelen en ondersteuning
  • Voordelen arbeider
  • Opleiding
  • Welzijn
  • Publicaties
  • Koopkrachtpremie
  • FAQ
Wat zijn de verplichtingen van buitenlandse werkgevers en werknemers op het Belgische grondgebied?

Daarvoor verwijzen we naar de wet van 5 maart 2002 met betrekking tot de tewerkstelling van buitenlandse werknemers in België. Deze wet is van toepassing op personen die in België werken in dienst van een buitenlands bedrijf zonder vaste vestiging op het Belgische grondgebied. In dat geval is de werkgever verplicht om voor de arbeidsprestaties die hier verricht worden, de arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden na te leven die in België van kracht zijn.

De tweede wet waar we naar verwijzen, is de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Deze wet legt precieze voorwaarden en verplichtingen op het vlak van de veiligheid en gezondheid van de werknemers vast. Ze is ook van toepassing voor buitenlandse werkgevers die werknemers tewerkstellen in België, ongeacht de vestigingsplaats van het bedrijf, de nationaliteit van de gedetacheerde werknemers en de duur van de prestatie. Dat geldt voor alle verplichtingen met betrekking tot de arbeidsplaats (op het vlak van collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen, signalisatie, hygiëne, enz.) en de organisatorische verplichtingen (interne en eventueel externe dienst).

Lees meer in het artikel Verplichtingen van buitenlandse werkgevers en werknemers in constructiv info 2014Q4, pagina's 5 tot 7.


Zijn buitenlandse werkgevers verplicht om zich aan te sluiten bij een externe dienst?

De Belgische regelgeving bepaalt dat elke werkgever in zijn onderneming moet beschikken over een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (minstens een preventieadviseur). Als de interne dienst niet in staat is om alle opdrachten die hem zijn toevertrouwd, zelf correct uit te voeren, is de werkgever verplicht om aanvullend een beroep te doen op een externe dienst die specifiek hiervoor opgericht werd en erkend is. Ook werkgevers die in het buitenland gevestigd zijn, maar werknemers tewerkstellen in België, moeten deze verplichtingen dus in acht nemen en een of meerdere preventieadviseurs aanstellen. Nogmaals: als de interne dienst niet in staat is om alle opdrachten die hem zijn toevertrouwd, zelf correct uit te voeren, moet de werkgever een beroep doen op een externe dienst die erkend is in België of in een andere lidstaat van de Europese Unie, waarbij hij aangesloten is en die de Belgische wetgeving op het vlak van welzijn op het werk correct kan toepassen.
 
Lees meer in het artikel Verplichtingen van buitenlandse werkgevers en werknemers in constructiv info 2014Q4, pagina's 5 tot 7.


Moeten buitenlandse werknemers een medisch onderzoek laten uitvoeren?

Buitenlandse werkgevers moeten de bepalingen uit de Belgische regelgeving op het vlak van gezondheidstoezicht in acht nemen. Een werknemer moet een dergelijk onderzoek ondergaan, de werkgever moet ervoor zorgen dat dit onderzoek uitgevoerd wordt. Als de werknemer al een medisch onderzoek liet uitvoeren in zijn land van herkomst, hoeft dit onderzoek niet opnieuw uitgevoerd te worden in België, op voorwaarde dat het overeenstemt met wat de Belgische welzijnswetgeving oplegt. Als de werknemer geen medisch onderzoek liet uitvoeren in zijn land van herkomst, moet hij de verplichte onderzoeken in België laten uitvoeren.
 
Lees meer in het artikel Verplichtingen van buitenlandse werkgevers en werknemers in constructiv info 2014Q4, pagina's 5 tot 7.

 
Aan welke vereisten moet de preventieadviseur van een buitenlandse onderneming die in België werken uitvoert, voldoen?

Voor houders van een buitenlands diploma bepaalt titel 1 De interne dienst voor preventie en bescherming op het werk van boek II van de codex over het welzijn op het werk dat personen die in het bezit zijn van een diploma, getuigschrift of andere titel waaruit blijkt dat ze over de vereiste kwalificaties beschikken om de functie van preventieadviseur uit te oefenen in een lidstaat van de EU, deze functie in overeenstemming met hun opleidingsniveau (I of II) mogen uitoefenen bij werkgevers die behoren tot groep A (+ 200 werknemers) of B (50 tot 199 werknemers). Op basis van hun opleiding in het buitenland kunnen we immers veronderstellen dat ze over de nodige kennis beschikken voor de technische aspecten van de functie.
 
Aangezien niet alle lidstaten van de EU dezelfde regels toepassen in verband met de juridische en sociale aspecten van de functie van preventieadviseur, moeten de kandidaten echter kunnen aantonen dat ze bij een inrichter met succes de vakken van de multidisciplinaire basismodule en van de specialisatiemodule gevolgd hebben die betrekking hebben op de juridische en sociale aspecten van deze functie in België. Voor groep C (20 tot 49 werknemers) mag een buitenlandse preventieadviseur deze taken uitvoeren als hij over een voldoende goede kennis van de Belgische welzijnswetgeving beschikt en als hij hier in de praktijk rekening mee houdt. Voor groep D (minder dan 20 werknemers) kan de werkgever ervoor kiezen om de functie van preventieadviseur zelf uit te oefenen.
 
Lees meer in het artikel Verplichtingen van buitenlandse werkgevers en werknemers in constructiv info 2014Q4, pagina's 5 tot 7.

 
Met welke aandachtspunten moet rekening gehouden worden bij het gebruik van een buitenlands heftoestel?

De bepalingen tot regeling van deze materie zijn opgenomen in artikel 281quater van het ARAB. Concreet hoeft een buitenlandse of Belgische werkgever (bv.: bij grensarbeid) die een buitenlands heftoestel wil gebruiken op het Belgisch grondgebied, dit toestel niet in België te laten keuren, op voorwaarde dat voldaan is aan een aantal voorwaarden (het toestel wordt niet langer dan drie maanden gebruikt; het land van herkomst van het toestel moet een lidstaat van de Europese Economische Ruimte zijn; de meest recente verslagen van de periodieke controle en van de controle bij indienststelling van het toestel moeten beschikbaar zijn; het verslag moet opgemaakt zijn door een geaccrediteerde, erkende of gelijkwaardige keuringsinstelling; het verslag moet opgemaakt zijn in een van de drie landstalen (Nederlands, Frans of Duits) of vergezeld gaan van een vertaling in een van deze talen en het moet betrekking hebben op de elementen van onderzoek zoals bedoeld in het ARAB).
 
Als aan al deze voorwaarden voldaan is, zal de tussenkomst van een Belgische controle-instelling zich beperken tot een eenvoudige controle van de documenten om na te gaan of de in het buitenland uitgevoerde controle onvervalst is en afgestemd is op de opgelegde eisen.
 
Lees meer in het artikel Verplichtingen van buitenlandse werkgevers en werknemers in constructiv info 2014Q4, pagina's 5 tot 7.